Selecteer een pagina

Het is warm. De thermometer geeft 27 graden aan. De zon staat hoog aan de hemel. We zitten in de prachtige tuin van het trainingscomplex in Friesland. In een kring. Alle stoelen zorgvuldig geplaatst, zodat iedereen in de schaduw van de bomen kan zitten. Er wordt volop gesmeerd met de insectenspray en zonnebrand. Mijn blote voeten in het gras. De trainster vraagt ‘wie wil er beginnen?’ De dame naast mij zegt  ‘ik wel’. We doen de oefening The Great big asset list. Schrijf je persoonlijke uitdagingen en tegenslagen op. Begin als kind en loop zo je leven door…

Tijdens het ontbijt had ik nog gekeken naar deze huiswerkopdracht. Mijn persoonlijke verhaal met pijnpunten. Moeilijk. Ik zet wat woorden op papier. Bevalling, peuterspeelzaal, basisschool, sinterklaas, echtscheiding, samengesteld gezin. Hoe ga ik daar een samenhangend geheel van maken? Wat is de rode draad in mijn leven? Ik weet het nog niet..

Gelukkig, mijn buurvrouw bijt het spits af. Met een indrukwekkend verhaal over de invloed van het geloof en de kerk op haar leven. Ik bekijk haar ineens met hele andere ogen. Dan neemt de enige man in het gezelschap het stokje van haar over. Hij heeft jarenlang geworsteld met zijn geaardheid. En het enorme gevoel van eenzaamheid en anders zijn. De vrouw aan de andere kant van mij vertelt dat ze hele jonge ouders heeft. Haar moeder was 15 en vader 16 toen zij geboren werd. Haar hele leven lang kreeg ze te horen dat de zwangerschap weliswaar niet gepland was, maar dat iedereen toch ontzettend blij met haar was. Het gevoel van ‘een ongelukje’ zijn heeft haar gevormd. Toen bleek dat haar eigen kinderwens niet in vervulling kon gaan, stortte haar wereld in. Wat een verdriet. De cursist tegenover mij begint al te snikken voordat ze überhaupt iets kan zeggen over haar pijnpunten. Sorry zegt ze. Ik praat hier nooit over. Vervolgens komt het verhaal van huiselijk geweld er met horte en stoten uit. Wat heeft deze vrouw zich alleen gevoeld al die jaren. Niet te doen. Ik voel hun pijn…

Ik kijk op mijn telefoon. Het is tijd voor de lunch. Ik ben gelukkig nog niet aan de beurt geweest. De trainster stelt voor om iets korter te lunchen, zodat er ook genoeg tijd is voor mijn verhaal. Vervelend denk ik. Heeft iedereen korter pauze omdat mijn verhaal nog moet. We kunnen mijn verhaal ook overslaan, hoor ik een stemmetje in mijn hoofd opperen. Maar eigenlijk wil ik mijn verhaal ook wel kwijt. Dus ik hou mijn mond. Maar voel schaamte en onzekerheid opkomen. Mijn verhaal valt in het niets bij alle ellende die ik net gehoord heb.

Hakkelend begin ik dan toch te vertellen wat ik in mijn notitieblokje heb geschreven. Een heel gevoelig kind. Een maand te vroeg kwam ik ter wereld. Pimpelpaars en dubbelgeklapt. Vanwege zuurstofgebrek benauwd en dus paars aangelopen. Het duurde even voor ik een mooi roze kleurtje kreeg. En iedereen het vertrouwen had dat ik zou blijven leven. Als baby huilde ik veel.

Mijn eerste herinnering is de herinnering aan de crèche. Ik zie mezelf nog lopen aan een touw met alle andere kindjes. Onze handjes keurig om het touw heen. Die mocht je niet loslaten, dat weet ik nog goed. Dan werd de juf boos en daar kon ik niet tegen. Een leidster liep voorop en de ander achteraan. Ik voelde me gevangen, niet thuis, niet op mijn gemak, niet veilig. Ik wilde weg, naar mijn eigen huis. Weglopen. Naar waar het goed en vertrouwd was. Bij het vertellen van het verhaal word ik opslag weer misselijk. Hetzelfde gevoel dat ik toen had als peuter.

Ik merk dat ik me schaam voor mijn verhaal. Vergeleken met de ellende van de anderen is dit niks. Ik spreek het uit. Dat ik dat zo lastig vind, omdat het van die kleine dingen zijn. De trainster zegt: Ieder heeft zijn eigen verhaal. Het woord dat in mij opkomt bij het horen van jouw verhaal, is ontheemd. Hoe welkom voelde jij je op aarde? Het raakt me, want dat is het woord dat ik eigenlijk altijd al zocht. Ontheemd.

‘Je zo ontheemd voelen lijkt mij verschrikkelijk’, zei de dame van de bijbelbelt naast me. Het klonk zo oprecht. Toen brak ik. Tranen stromen over mijn wangen. De meest gewone dingen voor anderen, waren voor mij heel moeilijk. De erkenning en het begrip van de groep doen me zo goed. Ik vertel verder…

Zo staat het Sinterklaasfeest als voorbeeld in mijn notitieboekje. Ik vond het niet te doen, zo spannend. En bovendien heel zielig voor Sinterklaas dat hij op zijn verjaardag voor iedereen kadootjes moest kopen. Mijn ouders besloten mij de waarheid te vertellen. Ik was toen net 4 jaar. Er viel een last van me af.

In groep 3 kreeg ik te maken met een tang van een juf. Ik voelde me door haar totaal niet gezien en gehoord. Ik probeerde er alles aan te doen om haar goedkeuring te krijgen. Ik wilde haar gelukkig zien, maar ze was verbitterd. Ik kon niet tegen haar energie. Ik zag elke dag als een berg tegen school op.

Als kind maakte ik thuis het liefste een hut onder de trap. Met dekens, kussens en spulletjes van mezelf. Daar voelde ik me geborgen en veilig. Een soort bescherming om me heen. Een plek om helemaal tot mezelf te komen. Even uit de hectiek. De hut onder de trap. Daar was ik thuis. Voelde ik me kalm en had ik geen last van stress en onzekerheid.

Ik dacht diep over de dingen na. Als er iemand gepest werd of buiten de boot viel, nam ik het voor hem of haar op. Op de middelbare school was ik de spil van de klas. Ik had een luisterend oor en was een steunpilaar voor anderen. Ik wilde iedereen gelukkig maken, maar vergat helemaal wat ik zelf nodig had. Ik hoorde erbij, maar voelde me anders. Ik was geen fan van Duran Duran. Ik wilde niet zoenen met jongens, of naar de disco en stiekem dronken worden. Ik voelde me raar. Omdat ik zag dat iedereen om me heen puberdingen deed. Ik was geïnteresseerd in spiritualiteit en geloofde in leven na de dood.

Ik had echt 2 gezichten. Voor de buitenwereld deed ik alsof het goed met me ging. Ik straalde en lachte. Maar van binnen voelde ik me leeg, eenzaam en verdrietig. Om dat ontheemde gevoel maar niet te voelen, ging ik heel veel dingen doen. Ik zocht constant afleiding. Ik ging totaal over mijn grenzen heen. Kon moeilijk nee zeggen. En nam te weinig rust. Op mijn 18e liep ik bij het Riagg. Zij wisten het ook niet. Ze hadden mij in het Multi disciplinair overleg besproken, maar een duidelijke diagnose of aanpak was er niet. Dus ik ging door op dezelfde manier en maakte mezelf wijs dat ik me niet aan moest stellen. Je hebt alles om gelukkig te zijn.

Zo heb ik nog heel wat jaren door geploeterd. Tijdens mijn studietijd, mijn eerste huwelijk dat stuk liep met 2 jonge kinderen. En later in ons samengestelde gezin. Ik was er vooral voor de mensen om mij heen. Ik paste me aan, cijferde mezelf weg en deed wat goed was voor het grotere geheel. Want afstemmen op de ander, dat kon ik goed. Ik negeerde de signalen van mijn lichaam volledig. Doorgaan en liefhebben was mijn motto.

Toen ik op een vrijdagavond na een drukke werkweek met een heftige astma-aanval naar het ziekenhuis reed, wist ik dat het echt anders moest. Ik had al jaren lang roofbouw gepleegd op mijn lichaam en nu zei mijn lichaam stop. Ik kreeg geen adem meer. Ook de pijn in mijn linker schouder werd steeds heftiger, ik had moeite met slapen en was doodmoe. Mijn medicijnen tegen benauwdheid waren niet aan te slepen. Dag en nacht nam ik Ventolin in. Ik kwam met ernstige stress en vermoeidheidsklachten thuis te zitten. De uitslag van de biofeedbackmeting loog er niet om.

Ik besloot alles aan te grijpen om beter te worden. Ik volgde een coachtraject, ging op Yoga, dronk de hele dag door water, at minder suiker en stortte me op mijn eigen persoonlijke ontwikkeling. Van mijn coach kreeg ik steeds te horen dat ik nog teveel deed. Ik moest een dagboek bijhouden. Dat hielp me om ontspanning in te bouwen. Om tijd voor ontspanning te plannen. Ik volgde de cursus minder moe, meer energie. Ik las het ene na het andere boek over de wet van de aantrekkingskracht, je ZIJN, de werking van het brein en de kracht van onze gedachten. Ik wist de verandering begint bij mij. Ik kan wel wachten tot iemand mij komt redden, maar dat gaat niet gebeuren. Het gaat over verantwoording nemen over mijn eigen leven. Over mijn eigen levensenergie. Die moest eerst weer op peil. Wilde ik beter worden, dan moest ik ook keuzes gaan maken. Echt voor mezelf kiezen en niet steeds denken ja maar…Ik moest lef gaan tonen. ‘Wie ben ik werkelijk en wat wil ik?’ Hoe ziet mijn toekomst eruit als ik echt rekening ga houden met mezelf. Als ik mijn gevoeligheid in mijn voordeel laat werken. In plaats van als een enorm energielek zien.

Ik ontdekte dat HSP-ers  een gevoeliger zenuwstelsel hebben. Ook mijn brein werkt anders. Er zijn meer hersengebieden tegelijkertijd actief, waardoor mijn brein de informatie die er binnenkomt minder goed filtert. Daardoor komen veel indrukken en prikkels tegelijk binnen, wat er voor zorgt dat je oververmoeid of overprikkeld raakt. Je batterij raakt heel snel leeg. Het mooie is dat je ook beter bent in het leggen van verbanden, omdat meerdere hersenhelften tegelijkertijd actief zijn. En hoe waardevol is het dat je emoties van een ander moeiteloos aanvoelt. En dus heel goed kunt aansluiten bij wat er bij de ander leeft. Dat mensen het fijn vinden om bij je in de buurt te zijn. Omdat ze helemaal zichzelf kunnen zijn. Dat je je zintuigen juist gaat gebruiken om het zenuwstelsel te kalmeren en ruimte te maken voor je gevoel. In mijn geval door aanraking de verbinding met je lijf weer te voelen. Reiki, massage, ontspanningsoefeningen, visualisaties en coaching. Het heeft mij thuis gebracht bij mezelf. Eenmaal thuis kon ik mijn innerlijke stem weer horen.

Ik ontdekte ook de kracht van het vertellen van je eigen verhaal. Hoe helend het werkt als jouw verhaal er ook mag zijn. En dat het geen competitie is wie het zwaarst geleden heeft in het leven. Het gaat om ieders persoonlijke beleving. En die is het waard om gehoord te worden.

Ik kwam er ook achter hoe belangrijk veiligheid en bescherming voor mij was. Ik voelde me thuis veilig. Vooral in mijn hut. Mijn kleine wereld zonder al die prikkels van de buitenwereld. Inmiddels heb ik in de tuin mijn praktijkruimte staan. Ook een plek waar ik helemaal thuis ben, op mijn gemak. Een plek waar ik tot mezelf kom. Even uit de drukte van alledag stappen. Om bij te komen en op te laden. Voor mij is zo’n plek essentieel.

Wat altijd mijn struggle is geweest, zie ik nu als mijn kracht. Ik ben er voor vrouwen die net als ik de verbinding met zichzelf kwijt zijn geraakt en vast zijn gelopen. Ze voelen dat het nu het moment is om het anders te gaan doen. Maar weten nog niet hoe en waar te beginnen. Het begint met zelfliefde. Voor mij is zelfliefde weten wat jij echt wilt en daarvoor durven gaan…Om keuzes te maken vanuit je eigen waarden, te durven staan voor jezelf en je niet langer laten leiden door wat anderen van je denken of van je verwachten. Dit doe je door de focus te verleggen naar jezelf. Focus on you!

Met name hoog gevoelige mensen hebben de neiging om in het hoofd te gaan zitten. Om niet geaard te zijn. Masseren is uit het hoofd, in je lijf. Masseren is weg van zorgen en stress en terug naar het nu en het ZIJN.

Bij de 1-op 1 coachtrajecten maken we de verbinding van hoofd naar hart. Door de aanraking voel  je wat je nodig hebt, wat echt belangrijk voor je is. Masseren is volop genieten, je hart opent zich voor jou. Jij gaat ontdekken wie jij bent. Wat jouw waarden zijn. Dat zal zorgen voor zelfbewustzijn en zelfvertrouwen.

Mijn werk is mijn passie, mijn grootste drijfveer waar ik blij van word en waar ik energie van krijg. Het is de reden dat ik elke dag met hart en ziel doe wat ik doe. Niet omdat het moet, maar omdat ik het diep van binnen wil en daarmee echt het verschil maak. Het geeft mijn leven betekenis en dat gun ik jou ook.